loverboy
Nederlands
Woordafbreking
- lo·ver·boy
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘souteneur’ voor het eerst aangetroffen in 2000 [1]
- samenstelling van lover en boy
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loverboy | loverboys |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
loverboy m
- pooier die meisjes verliefd op hem maakt om ze vervolgens in de prostitutie te doen belanden of in andere illegale activiteiten uit te buiten (drugshandel)
- de 18-jarige loverboy droeg een Armani-pak en reed in een BMW
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord loverboy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'loverboy' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.