loverboy

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·ver·boy
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘souteneur’ voor het eerst aangetroffen in 2000 [1]
  • samenstelling van  lover   en  boy  
enkelvoud meervoud
naamwoord loverboy loverboys
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

loverboy m

  1. pooier die meisjes verliefd op hem maakt om ze vervolgens in de prostitutie te doen belanden of in andere illegale activiteiten uit te buiten (drugshandel)
    • de 18-jarige loverboy droeg een Armani-pak en reed in een BMW 
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord loverboy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.