soepkip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soep·kip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soepkip soepkippen
verkleinwoord soepkippetje soepkippetjes

Zelfstandig naamwoord

soepkip v

  1. kip die alleen geschikt is om er soep van te koken
  2. (pejoratief) (scheldwoord) dom persoon (meestal een vrouw)

Gangbaarheid

  • Het woord soepkip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.