snelwandelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·wan·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snelwandelen
snelwandelde
gesnelwandeld
zwak -d volledig

Werkwoord

snelwandelen

  1. (sport) loopnummer in de atletiek, waarbij men wandelt, dus niet rent en waarbij (in tegenstelling tot hardlopen) het contact van minimaal één voet met de grond dient te worden gehouden
Afgeleide begrippen
  • snelwandelaar, snelwandeling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snelwandelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.