snelheidsbeperking
Nederlands
Woordafbreking
- snel·heids·be·per·king
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van snelheid zn en beperking zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snelheidsbeperking | snelheidsbeperkingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
snelheidsbeperking v
- (verkeer) hoogste toegestane snelheid voor motorvoertuigen op een bepaalde rijbaan of type weg
- Die problemen waren prompt de items van de tegenpartij, de CDU: wég met snelheidsbeperking en busbaan op de Kurfürstendamm, geen stemrecht voor buitenlanders (liever wég met hen), meer politie, (…) [2]
- (verkeer) hoogste toegestane snelheid voor een bepaald type voertuigen
- Voor de snelheidsbeperking is geen enkele wettelijke basis. Scootmobielen mogen 17 kilometer per uur rijden. [3]
- het stellen van grenzen aan de vaart waarmee iets of iemand zich verplaatst
- Er komt geen snelheidsbeperking voor schepen op de Westerschelde. [4]
Gangbaarheid
- Het woord snelheidsbeperking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Rover, F. de "Na de muur" in: Vooys. jrg. 9 nr. 1 (november/december 1990) Vooys, Utrecht; p. 104; geraadpleegd 2018-10-24
- Koster, P. "Ook scootmobiel mag niet te hard" in: Provinciale Zeeuwse Courant jrg. 258 nr. 105 (4 mei 2016); p. 13 kol. 3; geraadpleegd 2018-10-24
- Kutterink, J. "Vaarsnelheid niet aan banden" in: Provinciale Zeeuwse Courant jrg. 258 nr. 194 (18 augustus 2016); p. 2 kol. 4; geraadpleegd 2018-10-24
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.