smakeloos
Nederlands
Woordafbreking
- sma·ke·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | smakeloos | smakelozer | smakeloost |
verbogen | smakeloze | smakelozere | smakelooste |
partitief | smakeloos | smakelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
smakeloos
- zonder smaak
- Het eten bestond uit smakeloze gari, die leek op behangsellijm.
- zonder goede smaak, onfatsoenlijk
Synoniemen
- De man maakte smakeloze grappen over de gebruikelijke onderwerpen.
Bijvoeglijk naamwoord
smakeloos
- partitief van de stellende trap van smakeloos
- Dat is iets smakeloos...
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord smakeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smakeloos' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.