slotwoord

Nederlands

Het slotwoord uitgesproken door de voorzitter
Uitspraak
Woordafbreking
  • slot·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slotwoord slotwoorden
verkleinwoord slotwoordje slotwoordjes

Zelfstandig naamwoord

slotwoord o [1]

  1. het laatste woord ter afsluiting
    • Zelf denkt PVV-leider Geert Wilders dat het gaat om „uw chauffeur, uw tuinier, uw huisarts of uw huishoudelijke hulp, de vriendin van de griffier, uw fysiotherapeut, de verpleegster in het verpleeghuis van uw ouders of de bakker bij u in de buurt”. Dat vertelde hij althans de rechters tijdens het slotwoord van het proces tegen hem. Wilders wil maar zeggen: gewone Nederlanders, die stemmen PVV. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord slotwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Enzo van Steenbergen 20 december 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.