sleutelwoord
Nederlands
Woordafbreking
- sleu·tel·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sleutel zn en woord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleutelwoord | sleutelwoorden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
sleutelwoord o
- (informatica) een reserveerd woord dat in een computertaal een vaste functie heeft
- Woorden als IF, THEN en ELSE zijn sleutelwoorden in een aantal programmeertalen.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord sleutelwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sleutelwoord' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.