sleutelwoord

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sleu·tel·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sleutelwoord sleutelwoorden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

sleutelwoord o

  1. (informatica) een reserveerd woord dat in een computertaal een vaste functie heeft
    • Woorden als IF, THEN en ELSE zijn sleutelwoorden in een aantal programmeertalen. 
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sleutelwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.