slagboom
Nederlands
Woordafbreking
- slag·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slag en boom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slagboom | slagbomen |
verkleinwoord | slagboompje | slagboompjes |
Zelfstandig naamwoord
slagboom m
- balk die dwars over een weg kan worden neergelaten als afsluiting
- De slagboom ging neer en verhinderde de naderende auto de spoorweg over te steken.
Vertalingen
balk die dwars over een weg kan worden neergelaten als afsluiting
Gangbaarheid
- Het woord slagboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slagboom' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.