sky

Engels

Sky with clouds.
Hemel met wolken.
Uitspraak
enkelvoud meervoud
sky skies

Zelfstandig naamwoord

sky

  1. lucht, hemel

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

sky m

  1. (spreektaal) whisky
  1. «File-moi la teille de sky
    Geef me die fles whisky eens. [1]

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʃyː/
Woordafbreking
  • sky
Woordherkomst en -opbouw
  • (Bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord [B]) afkomstig van de Nederduitse woorden schu en schuwe.
  • (Zelfstandig naamwoord [A]) afkomstig van het Oudnoorse naamwoord ský.

Bijvoeglijk naamwoord

sky

  1. schuw
  1. «Cougaren, som er amerikanernes navn på fjelløven, er et veldig sky dyr som sjelden viser seg for mennesker.»
    De cougar, dat is de Amerikaanse naam voor de bergleeuw, is een zeer schuw dier dat zich zelden aan mensen laat zien.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud sky skyere skyest
o enkelvoud sky
meervoud sky,
skye
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
sky
skye
skyere skyeste
Afgeleide begrippen
  • arbeidssky, folkesky, lyssky
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sky
skyr
skydde
skydd
Klasse 4 zwak

Werkwoord

sky

  1. overgankelijk mijden, schuwen
  1. «George Bernhard ble selv vegetarianer og skydde både alkohol og tobakk.»
    George Bernard zelf werd een vegetariër en meed alcohol en tabak.
Spreekwoorden

Brent barn skyr ilden.

  • Dat paard zal hem niet meer slaan.

Zelfstandig naamwoord

[A] sky g

  1. (meteorologie) wolk
  1. «Skyer kan bestå av vann, is eller en kombinasjon av begge. »
    Wolken kunnen uit water, ijs of een combinatie van beide bestaan.
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sky     m: skyen
v: skya  
  skyer     skyene  
genitief   skys     m: skyens
v: skyas  
  skyers     skyenes  
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

[B] sky m (zelden)

  1. schuwheid, vreesachtigheid
  1. «Han har en sky for fremmede.»
    Hij heeft een schuwheid tot vreemden.
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sky     skyen          
genitief   skys     skyens          
Synoniemen
  • skyhet, engstelse
Verwante begrippen
  • frykt, forlegenhet

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʃyː/
Woordafbreking
  • sky
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Nederduitse woorden schu en schuwe.

Bijvoeglijk naamwoord

sky

  1. schuw
  1. «Alle kasuarar er vanlegvis sky fuglar som lever i djupe skogar.»
    Alle casuarissen zijn doorgaans schuwe vogels die in diepe bossen leven.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud sky skyare skyast
o enkelvoud sky
meervoud sky,
skye
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
sky
skye
skyare skyaste
Afgeleide begrippen
  • arbeidssky, folkesky, lyssky
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sky
skyr
skydde
skydd
skytt
Klasse 3 zwak

Werkwoord

sky

  1. overgankelijk mijden, schuwen
Spreekwoorden

Brent barn skyr elden.

  • Dat paard zal hem niet meer slaan.
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord ský.

Zelfstandig naamwoord

sky v

  1. (meteorologie) wolk
Verbuiging
v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sky     skya     skyer     skyene  
genitief                        
bijvorm enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief                     skyi  
genitief                        
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.