signaleren
Nederlands
Woordafbreking
- sig·na·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
signaleren |
signaleerde |
gesignaleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
signaleren
- het constateren van iets, en er vervolgens op attenderen door het geven van een signaal meestal ter waarschuwing over gevaar, onraad, bijzondere omstandigheden of gebeurtenissen
- De klokkenluider heeft een ernstig probleem gesignaleerd.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. constateren en waarschuwen
Gangbaarheid
- Het woord signaleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'signaleren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.