schrijven
Nederlands
Woordafbreking
- schrij·ven
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘lettertekens neerzetten’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schrijven /ˈsxrɛivə(n)/ |
schreef /sxref/ |
geschreven /ɣəˈsxrevə(n)/ |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
schrijven
- overgankelijk tekst in tekens vastleggen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. tekst in tekens vastleggen
|
Gangbaarheid
- Het woord schrijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schrijven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Zelfstandig naamwoord
schrijven o
- een stuk in tekens vastgelegde tekst
- In mijn schrijven van donderdag jongstleden heb ik het u reeds meegedeeld.
- de handeling van het in tekens vastleggen van tekst
- De boekdrukkunst gaf het schrijven en het lezen een enorme duw in de rug. [2]
Vertalingen
1. een stuk in tekens vastgelegde tekst
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.