schouwspel
Nederlands
Woordafbreking
- schouw·spel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tafereel’ voor het eerst aangetroffen in 1598 [1]
- samenstelling van schouw en spel [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schouwspel | schouwspelen |
verkleinwoord | schouwspelletje | schouwspelletjes |
Zelfstandig naamwoord
schouwspel o
- een spel dat een publiek van toeschouwers beoogt te boeien
- Het schouwspel werd door een veelkoppig publiek ademloos gadegeslagen.
Vertalingen
1. een spel dat een publiek van toeschouwers beoogt te boeien
Gangbaarheid
- Het woord schouwspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schouwspel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.