schouwburg
Nederlands
Woordafbreking
- schouw·burg
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘theater’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
- samenstelling van schouw ww en burg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schouwburg | schouwburgen |
verkleinwoord | schouwburgje | schouwburgjes |
Zelfstandig naamwoord
schouwburg m
- (bouwkunde), (toneel) een gebouw voor het vertonen en bijwonen van voorstellingen, optredens en performances
- De schouwburg gaf ruimte voor theatervoorstellingen, cabaretiers, muziekuitvoeringen en meer.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een gebouw voor het vertonen en bijwonen van voorstellingen, optredens en performances
Gangbaarheid
- Het woord schouwburg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schouwburg' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.