schoenlepel
![](../I/m/Chausse_pied_m%C3%A9tal.jpg)
Een schoenlepel.
![](../I/m/Shoehorn_in_use.jpg)
Een schoenlepel in gebruik.
Nederlands
Woordafbreking
- schoen·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schoen en lepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoenlepel | schoenlepels |
verkleinwoord | schoenlepeltje | schoenlepeltjes |
Zelfstandig naamwoord
schoenlepel m
- (huishouden) voorwerp om het aantrekken van schoenen te vergemakkelijken
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord schoenlepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schoenlepel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.