samenwerken
Nederlands
Woordafbreking
- sa·men·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van samen en werken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samenwerken |
werkte samen |
samengewerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
samenwerken
- inergatief ~ met met een of meer aan hetzelfde werken
- Hij kon goed met iemand samenwerken.
Verwante begrippen
- samenwerking, samenwerkingsakkoord, samenwerkingsovereenkomst, samenwerkingsproject, samenwerkingsschool, samenwerkingsverband, samenwerkingsvoorwaarde, samenwerkingsvorm
Vertalingen
1. met een of meer aan hetzelfde werken
Gangbaarheid
- Het woord samenwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'samenwerken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.