samenwerken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenwerken
werkte samen
samengewerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

samenwerken

  1. inergatief ~ met met een of meer aan hetzelfde werken
    • Hij kon goed met iemand samenwerken. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord samenwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.