meedoen
Nederlands
Woordafbreking
- mee·doen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mee bw en doen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meedoen /ˈmedun/ |
deed mee deden mee /detˈme/ /ˌdedə(n)ˈme |
meegedaan /ˈmeɣəˌdan/ |
onregelmatig | volledig |
Werkwoord
meedoen
- inergatief tegelijk met anderen iets doen
- Hij wilde graag met het spel meedoen.
Gangbaarheid
- Het woord meedoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meedoen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.