samenwerking
Nederlands
Woordafbreking
- sa·men·wer·king
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van samenwerken met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | samenwerking | samenwerkingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
samenwerking v
- het samenwerken van meerdere personen
- Voor het slagen van het project is een goede samenwerking van belang.
Hyponiemen
- ketensamenwerking, ontwikkelingssamenwerking
Afgeleide begrippen
- samenwerkingsakkoord, samenwerkingsprocedure, samenwerkingsschool, samenwerkingsverband, samenwerkingsverdrag
Vertalingen
1. het samenwerken van meerdere personen
|
Gangbaarheid
- Het woord samenwerking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'samenwerking' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.