ruimen
Nederlands
Woordafbreking
- rui·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ruimen |
ruimde |
geruimd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ruimen
- iets leeg- of schoonmaken
- De bedorven lading werd geruimd door deze overboord te zetten.
- het leegmaken van een graf na een zeker aantal jaren
- Die graven worden na 35 jaar geruimd.
- de destructie van een veestapel als maatregel bij een uitbraak van besmettelijke ziekten
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- geruim, ruimdenkend, ruimer, ruimhartig, ruimijzer, ruiming, ruimnaald, ruimschoots, ruimte, ruimvallend
Gangbaarheid
- Het woord ruimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ruimen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.