afruimen
Nederlands
Woordafbreking
- af·rui·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en ruimen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afruimen |
ruimde af |
afgeruimd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
afruimen
- overgankelijk de resten van een genuttigde maaltijd van de tafel halen
- Ze hadden de tuintafel nog niet helemaal afgeruimd toen de regenbui losbarstte.
Gangbaarheid
- Het woord afruimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afruimen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.