geruim
Nederlands
Woordafbreking
- ge·ruim
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geruim | geruimer | geruimst |
verbogen | geruime | geruimere | geruimste |
partitief | geruims | geruimers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geruim [2]
- overvloedige hoeveelheid
- Hij kon in geruime mate in zijn eigen behoeften voorzien.
Gangbaarheid
- Het woord geruim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geruim' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.