rondhout
Nederlands
Woordafbreking
- rond·hout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rond en hout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rondhout | rondhouten |
verkleinwoord | rondhoutje | rondhoutjes |
Zelfstandig naamwoord
rondhout o
- (scheepvaart) alle masten, stengen en ra's behorende tot de vaste uitrusting van een zeilschip
- een onbewerkt hout dat in de handel komt
- een rond stuk hout
Vertalingen
1. alle masten, stengen en ra's behorende tot de vaste uitrusting van een zeilschip
Gangbaarheid
- Het woord rondhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rondhout' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.