rijstebrij

• Geluid:  rijstebrij    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈrɛistəˌbrɛi /

• rijs·te·brij

• samenstelling van  rijst   en  brij   met het invoegsel -e- [1]

rijstebrij m

1. (voeding) zoet gerecht van rijst met melk gekookt, voor het eten traditioneel vaak bestrooid met bruine suiker en kaneel

1. • Als kind koos ik op mijn verjaardag altijd roomrijst. Die kwam op tafel in een fonkelende kristallen schaal, een heerlijke matglanzende roomwitte rijstebrij met glimmende eilandjes van oranje perziken uit blik. [2]

2. (figuurlijk) grote, onoverzichtelijke hoeveelheid

1. • Het is doodzonde dat een bedrijf dat zo’n goede reputatie heeft opgebouwd, zo in de problemen is gekomen. Maar als je goed door de rijstebrij heen kijkt, dan zie je een bedrijf dat technisch in orde is. [3]

2. (plantkunde) benaming voor randjesbloem Arabis caucasica

• [1] Rijstebrij wordt in Vlaanderen en Suriname nog veel gegeten, maar wordt in Nederland als een nostalgisch gerecht gezien.
• [2] Volgens een oud verhaal moest je je door een berg van rijstebrij heen eten om in Luilekkerland te komen.

• [1] rijstepap, rijstpap, rijstpudding

• [1] koude romige rijstvla, rijst met melk

• [1] rijstebrijberg
• [3] rijstebrijplant

• Deens: risengrød‎ ^(da) [4]

• Het woord rijstebrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijstebrij' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.