brij
Nederlands
Woordafbreking
- brij
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘pap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brij | brijen |
verkleinwoord | brijtje | brijtjes |
Zelfstandig naamwoord
brij m
- halfvloeibaar kooksel, pap
- modder
- onsamenhangende hoeveelheid zonder duidelijke betekenis zie bijv. cijferbrij, letterbrij, woordenbrij
- Lang vertrouwde Facebook op algoritmes om orde aan te brengen in de brij van nieuws, sensatiezucht, haatzaaiers en beroepsbeledigers. Maar gebeurtenissen laten zich niet altijd vertalen in een wiskundige formule. Daarom huurt Facebook journalisten in die een lijstje met Trending News samenstellen.[2]
Hyponiemen
- balkenbrij, boekweitebrij, cijferbrij, gortebrij, letterbrij, papierbrij, rijstebrij, sneeuwbrij, spijsbrij, woordenbrij
Uitdrukkingen en gezegden
- om de hete brij heendraaien
de pijnlijke kern van iets niet bespreken
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord brij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'brij' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.