rigiditeit
Nederlands
Woordafbreking
- ri·gi·di·teit
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van rigide met het achtervoegsel -iteit
- afgeleid van het Franse rigidité (met het achtervoegsel -iteit) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rigiditeit | rigiditeiten |
verkleinwoord | - | - |
Vertalingen
1. stijfheid, onbuigzaamheid
Gangbaarheid
- Het woord rigiditeit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rigiditeit' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.