flexibiliteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flexi·bi·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buigzaamheid’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • Afgeleid van flexibel met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud meervoud
naamwoord flexibiliteit flexibiliteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

flexibiliteit v

  1. het gemakkelijk kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord flexibiliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.