reppen
Nederlands
Woordafbreking
- rep·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘(zich...) zich haasten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reppen |
repte |
gerept |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
reppen
- inergatief vermelden, spreken over
- Daarnaast rept het rapport ook over de financiële gezinssituatie in Nederland.
- Verschillende kandidaten reppen van fraude bij de verkiezingen.
- wederkerend haast maken
- Hij repte zich naar het perron om zijn trein niet te missen.
Uitdrukkingen en gezegden
- met geen woord reppen over, van
Gangbaarheid
- Het woord reppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'reppen' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.