dereguleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·re·gu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘overheidsbemoeienis terugbrengen’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • afgeleid van het Franse déréguler (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dereguleren
dereguleerde
gedereguleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

dereguleren

  1. overgankelijk (politiek) ingewikkelde regels en procedures van overheidswege vereenvoudigen of schrappen
    • Helaas komt dereguleren nog al eens neer op ontregelen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dereguleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.