regulator

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gu·la·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘regelaar’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • Naamwoord van handeling van reguleren met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord regulator regulatoren
regulators
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

regulator m [3]

  1. regulateur, regelaar
  2. regelende kracht ??
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord regulator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.