regenjas
![](../I/m/Bushwalking_in_the_rain_at_Kosciuszko_National_Park.jpg)
Wandelaars in regenjassen.
Nederlands
Woordafbreking
- re·gen·jas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van regen en jas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenjas | regenjassen |
verkleinwoord | regenjasje | regenjasjes |
Zelfstandig naamwoord
regenjas v/m
- (kleding) een waterdichte overjas die geschikt is voor regenachtig weer
- Ik wou dat ik mijn regenjas meegebracht had!
- condoom (uit Mieters! Door Wim Daniels)
Vertalingen
1. een waterdichte overjas die geschikt is voor regenachtig weer
Gangbaarheid
- Het woord regenjas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'regenjas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.