redevoering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·de·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van redevoeren met het achtervoegsel -ing of samenstellende afleiding van rede en de stam van voeren met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord redevoering redevoeringen
verkleinwoord redevoerinkje redevoerinkjes

Zelfstandig naamwoord

redevoering v

  1. een voordracht door een spreker voor een publiek
    • Zijn redevoering viel bij vrijwel iedereen in goede aarde. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord redevoering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.