ratel
Ratel [1]
![](../I/m/Ratchet_Drawing.svg.png)
Ratel [2]
Nederlands
Woordafbreking
- ra·tel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Afrikaans, in de betekenis van ‘marterachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1884 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ratel | ratels |
verkleinwoord | rateltje | rateltjes |
Zelfstandig naamwoord
ratel m
- (muziekinstrument) een eenvoudige muziek- en signaalinstrument dat geluid geeft doordat bij het rondslingeren een tandrad een latje repeterend weggedrukt en laat terugvallen
- (techniek) een mechaniek met kamrad en pal, dat een asdraaiing slechts in één richting toelaat
- Bij gereedschap is de ratel meestal in twee richtingen beruikbaar.
- (figuurlijk) iemand die doorlopend praat
Hyperoniemen
- [1] muziekinstrument, idiofoon, geraasmaker
Afgeleide begrippen
- [1] geratel, ratelaar, ratelen, ratelpopulier, ratelslang
- [2] rateldopsleutel, ratelschroevendraaier, rateltakel, rateltapkruk,
Vertalingen
1. een eenvoudige muziek- en signaalinstrument dat geluid geeft doordat bij het rondslingeren een tandrad een latje repeterend weggedrukt en laat terugvallen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ratelen |
ratel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ratelen
- Ik ratel.
- gebiedende wijs van ratelen
- Ratel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ratelen
- Ratel je?
Gangbaarheid
- Het woord ratel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ratel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.