programmeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·gram·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
programmeren
programmeerde
geprogrammeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

programmeren overgankelijk

  1. het schrijven van een computerprogramma
  2. strak plannen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • deprogrammering
  • programmatie
  • programmator
  • programmeerafdeling
  • programmeerbaar
  • programmeerbeleid
  • programmeercode
  • programmeerconcept
  • programmeerfout
  • programmeerinterface
  • programmeerkennis
  • programmeermodel
  • programmeeromgeving
  • programmeerprobleem
  • programmeersysteem
  • programmeertaak
  • programmeertaal
  • programmeertechniek
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord programmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.