programmeren
Nederlands
Woordafbreking
- pro·gram·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse programmer met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
programmeren |
programmeerde |
geprogrammeerd |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
- deprogrammeren, herprogrammeren, systeemprogrammeren, voorprogrammeren
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. het schrijven van computerporgramma
Gangbaarheid
- Het woord programmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'programmeren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.