presentje
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
presentje o
- een klein cadeau
- En om cadeaus te geven, want met een verlanglijst die in totaal 90.000 dollar aan presentjes bevatte, werd er wel een tegenprestatie van de aanwezigen verwacht.[1]
- De Rotterdammers werden door de bezoekers wel in het zadel geholpen richting de overwinning. Centrale verdediger Pantelis Hatzidiakos verspeelde de bal na ruim een half uur op klungelige wijze aan Jean-Paul Boëtius, en de buitenspeler van Feyenoord wist wel raad met dat presentje.[2]
Gangbaarheid
- Het woord presentje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'presentje' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 12-MAART-202018
- de Telegraaf 11 mrt. 2018
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.