preambule

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·am·bu·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inleiding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse préambule (met het voorvoegsel pre-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord preambule preambules
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

preambule v / m [3]

  1. inleiding
  2. (muziek) preludium
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord preambule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.