postulaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pos·tu·laat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vooropgestelde stelling’ voor het eerst aangetroffen in 1873 [1]
  • Naamwoord van handeling van postuleren met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord postulaat postulaten
verkleinwoord postulaatje postulaatjes

Zelfstandig naamwoord

postulaat o

  1. een hypothese [3]
  2. (filosofie) (wiskunde) theoretisch onbewijsbare stelling, maar als grondslag aanvaarde bewering
  3. (religie) proeftijd van drie tot twaalf maanden die in sommige kloosters aan het eigenlijke noviciaat voorafgaat [4] [5]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord postulaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.