plakkaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plak·kaat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘affiche’ voor het eerst aangetroffen in 1414 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord plakkaat plakkaten
verkleinwoord plakkaatje plakkaatjes

Zelfstandig naamwoord

plakkaat o [3]

  1. aanplakbiljet, affiche, poster
  2. (geschiedenis) officiële bekendmaking van de overheid
  1. vlek, klodder
Hyponiemen
  • bloedplakkaat
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plakkaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.