pentatlon
Nederlands
Woordafbreking
- pen·tat·lon
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘vijfkamp’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
- afgeleid van het Griekse ãthlos (wedstrijd) met het voorvoegsel penta- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pentatlon | pentatlons |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
pentatlon m / o [3]
- (sport) atletiekwedstrijd bestaande uit vijf disciplines, oorspronkelijk lopen, springen, worstelen, discuswerpen en vuistvechten, tegenwoordig echter uit schermen, zwemmen, paardrijden en een combinatie van hardlopen en pistoolschieten
Gangbaarheid
- Het woord pentatlon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pentatlon' herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.