schermen
Nederlands
Woordafbreking
- scher·men
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vechten met degen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- afgeleid van scherm met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schermen |
schermde |
geschermd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
schermen
- (sport) volgens regels een oefengevecht houden met een blank wapen of een stok
- Zij schermen al jaren samen en zijn ondertussen erg goed geworden.
Afgeleide begrippen
- gescherm, schermclub, schermdegen, schermer, schermhandschoen, schermmasker, schermmeester, schermschool, schermvereniging
Gangbaarheid
- Het woord schermen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schermen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.