peiling
Nederlands
Woordafbreking
- pei·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peiling | peilingen |
verkleinwoord | peilinkje | peilinkjes |
Zelfstandig naamwoord
peiling v
- (scheepvaart), (landmeetkunde), een voor bepaalde grootheden gebruikelijke naam voor de meting van hoogten (hemellichamen, bergen, wolken), diepten (zeewateren) , hoeken en richtingen in het horizontale vlak (koersen, kompasrichtingen) en statistische gegevens (opinies)
- Een peiling, dat klinkt toch minder exact dan “meting”, vind je niet?
Afgeleide begrippen
- dieptepeiling, hoogtepeiling, kompaspeiling, kruispeiling, opiniepeiling, radiopeiling
Vertalingen
1. peiling
Gangbaarheid
- Het woord peiling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'peiling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.