parallax
Nederlands
Woordafbreking
- pa·ral·lax
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ogenschijnlijke verplaatsing’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Griekse 'allassein' (veranderen) met het voorvoegsel para- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parallax | parallaxen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
parallax m
- (optica) het verschijnsel dat de schijnbare positie van een voorwerp ten opzichte van een ander voorwerp en/of de achtergrond varieert als men het vanuit verschillende posities bekijkt
Hyponiemen
- maanparallax
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord parallax staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'parallax' herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.