papist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·pist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord papist papisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

papist m

  1. (geschiedenis) aanhanger van de paus, het papisme
  2. rooms-katholiek
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord papist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.