behangen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
behangen
behing
behangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

behangen

  1. overgankelijk het bedekken van wanden met een laag papier
    • Voordat we de muur konden behangen moesten we eerst het oude behangsel verwijderen. 
  1. overgankelijk bedekken door er iets aan, op of tegen te hangen
    • Vrolijke drinkers, bevallige dames en groteske boeren behingen de muren van menig grachtenpand. 
Hyponiemen
  • onbehangen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van behangen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
vervoeging van
behangen

behangen

  1. voltooid deelwoord van behangen

Zelfstandig naamwoord

behangen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord behang

Gangbaarheid

  • Het woord behangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.