pantserwagen

Pantserwagen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pant·ser·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gepantserde en bewapende auto’ voor het eerst aangetroffen in 1934 [1]
  • samenstelling van  pantser   en  wagen  
enkelvoud meervoud
naamwoord pantserwagen pantserwagens
verkleinwoord pantserwagentje pantserwagentjes

Zelfstandig naamwoord

pantserwagen m

  1. een voertuig op wielen dat uitgerust is met een verstevigde buitenzijde om gewelddadige aanvallen te kunnen weerstaan
    • Bij deze ernstige ongeregeldheden werden pantserwagens ingezet. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pantserwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.