palmboom

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • palm·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord palmboom palmbomen
verkleinwoord palmboompje palmboompjes

Zelfstandig naamwoord

palmboom m

  1. De palmenfamilie (Palmae of Arecaceae: beide zijn toegestaan) is de enige familie in de orde Arecales. Van de palmenfamilie zijn bijna 4000 soorten bekend.
    • Ik citeer hier de Lonely Planet en hoewel het proza van deze reisgids in staat zou zijn om zelfs de Gazastrook nog op te leuken (‘the locals are very passionate’) moet gezegd worden: die Malediven zien er verdomd mooi uit. Een paradijs op aarde. Witte stranden, helder water, palmbomen en vrijwel geen mensen. Het oogt boven alles heel…puur. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord palmboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. HP de Tijd ARNOUT LE CLERCQ 25 JAN 2019 De Malediven verdwijnen, maar onze consumptiedrift niet
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.