palmboom
Nederlands
Woordafbreking
- palm·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van palm en boom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | palmboom | palmbomen |
verkleinwoord | palmboompje | palmboompjes |
Zelfstandig naamwoord
palmboom m
- De palmenfamilie (Palmae of Arecaceae: beide zijn toegestaan) is de enige familie in de orde Arecales. Van de palmenfamilie zijn bijna 4000 soorten bekend.
- Ik citeer hier de Lonely Planet en hoewel het proza van deze reisgids in staat zou zijn om zelfs de Gazastrook nog op te leuken (‘the locals are very passionate’) moet gezegd worden: die Malediven zien er verdomd mooi uit. Een paradijs op aarde. Witte stranden, helder water, palmbomen en vrijwel geen mensen. Het oogt boven alles heel…puur. [1]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord palmboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'palmboom' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- HP de Tijd ARNOUT LE CLERCQ 25 JAN 2019 De Malediven verdwijnen, maar onze consumptiedrift niet
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.