ov-chipkaart
Nederlands
Woordafbreking
- ov-chip·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ov zn en chipkaart zn , geschreven zonder puntjes, met kleine letters en koppelteken volgens spellingregel 17.C (zie onder b 2)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ov-chipkaart | ov-chipkaarten |
verkleinwoord | ov-chipkaartje | ov-chipkaartjes |
Zelfstandig naamwoord
ov-chipkaart v/m
- betaalpas en vervoersbewijs voor het openbaar vervoer waar een afleesbare microprocessor in zit
- Je moet de ov-chipkaart bij een betaalpoort houden als je in- en uitstapt.
- Hier is ze nog een politiek gevoelig speeltje voor hackers, maar in Londen is de ov-chipkaart trendy en succesvol... [1]
Opmerkingen
Een in Nederland bruikbare ov-chipkaart is altijd een OV-chipkaart (merknaam), waardoor deze vormen in de praktijk door elkaar gebruikt worden. Maar er bestaan buiten Nederland ov-chipkaarten die niet OV-chipkaart heten.
Gangbaarheid
- Het woord ov-chipkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Keken, K.van Ov-chipkaart groot succes, in Londen (7 mei 2008) op website: volkskrant.nl; geraadpleegd 2017-10-01
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.