chipkaart
Nederlands
Woordafbreking
- chip·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van chip en kaart [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chipkaart | chipkaarten |
verkleinwoord | chipkaartje | chipkaartjes |
Zelfstandig naamwoord
chipkaart v / m
- (informatica) kaart met een microprocessorchip voor het digitaal vastleggen van informatie
- De chipkaart opladen.
Gangbaarheid
- Het woord chipkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'chipkaart' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.