orka
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: orka (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɔr.ka/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɔr.ka/
- (Limburg): /ˈɔr.ka/
Woordafbreking
- or·ka
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘walvisachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1862 [1]
- Afkomstig van het Latijnse orca ("walvis").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | orka | orka's |
verkleinwoord | orkaatje | orkaatjes |
Zelfstandig naamwoord
orka m
- (dierkunde) Orcinus orca, een walvissoort die vrij gedrongen van bouw is en een opvallende rugvin heeft
- Soms zie je nog orka's in zee.
Vertalingen
1. Orcinus orca, een walvissoort die vrij gedrongen van bouw is en een opvallende rugvin heeft
Gangbaarheid
- Het woord orka staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'orka' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.