opvrolijken
Nederlands
Woordafbreking
- op·vro·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstellende afleiding van op (bijwoord), vrolijk (bijvoeglijk naamwoord) en de uitgang -en van een werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opvrolijken |
vrolijkte op |
opgevrolijkt |
zwak -t | volledig |
Vertalingen
1. opmonteren, animeren
Gangbaarheid
- Het woord opvrolijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opvrolijken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.