opslag
Nederlands
Woordafbreking
- op·slag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en slag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opslag | opslagen |
verkleinwoord | opslagje | opslagjes |
Zelfstandig naamwoord
opslag m
- berging, tijdelijke plaatsing van goederen
- De meubels zijn nog in opslag, maar we kunnen ze morgen afhalen.
- (sport) het de lucht inspelen van de bal om deze zo in het spel te brengen
- De tegenstander liet de bal uitgaan en zo kreeg hij de opslag.
- loonsverhoging
- het opslaan (van de ogen bijv: oogopslag)
Verwante begrippen
Hyponiemen
- munitieopslag, noodopslag, oogopslag, sprongopslag, waterstofopslag
Afgeleide begrippen
- opslagbedrijf, opslagcapaciteit, opslagkosten, opslagloods, opslagmedium, opslagplaats, opslagrente, opslagruimte, opslagterrein
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord opslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opslag' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.