opruien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·rui·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opruien
ruide op
opgeruid
zwak -d volledig

Werkwoord

opruien

  1. overgankelijk kwaad en opgewonden maken
    • Het publiek werd opgeruid door de fanatieke redevoering. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opruien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.